Hoe start ik met BMP-tellingen?

Als waarnemer voor het Broedvogel Monitoring Project (BMP) lever je een waardevolle bijdrage aan het volgen van de aantallen en verspreiding van broedvogels in Nederland.

Tijdsinspanning

Het aantal bezoeken dat je aan een gebied brengt, hangt af van de selectie van soorten (BMP-typen) en van het biotoop. Het gaat om minimaal vijf en maximaal twaalf bezoekronden in het voorjaar. In bijna alle biotopen start je de meeste bezoeken voor zonsopkomst. Meer informatie per biotoop vind je in de Handleiding Broedvogelonderzoek. Werk je met de app Avimap, dan bedraagt de administratie van je gegevens hooguit enkele uren per jaar.

Welke vaardigheden heb je nodig?

  • Je hebt een goede kennis van het gedrag, de zang en andere roepjes van de soorten die in het te inventariseren gebied voorkomen. Ook op zicht herken je de soorten.
  • Je bent in staat om hun gedrag te interpreteren en de waarnemingen met de juiste broedcode te noteren. Specifieke tips per soort vind je onder de Telrichtlijnen op de website met soortinformatie.
  • Je kunt de resultaten van een broedseizoen kritisch controleren aan de hand van de BMP-methode.
  • Werk je met de app Avimap, dan is het handig als je hier digitale vaardigheid mee opdoet.

Hoe leer ik die?

  • De methode staat uitgelegd in de Handleiding Broedvogelonderzoek.
  • Een goede indicatie van je herkenningsvaardigheden kun je krijgen door de Nederlandse vogels te oefenen via de link hieronder. Haal je 80% of beter op niveau 3, dan zit je op het goede startniveau.
  • Ieder jaar organiseren we BMP-cursussen in verschillende regio’s.
  • Meelopen met een ervaren BMP-teller en het ‘vak’ in de praktijk leren kan ook. Vaak zijn er telgroepjes actief bij vogelwerkgroepen. We brengen je graag in contact met een veldbegeleider.

Ontwikkel je vaardigheden

Via cursussen, startavonden, webinars en filmpjes met uitleg van de Sovonacademie leiden we je graag verder op tot ervaren vogelteller.

Veel vogelwerkgroepen organiseren ook cursussen die je helpen om broedvogels te kunnen inventariseren

Hoe kies je een telgebied uit?

  • Bepaal eerst welke soorten je wilt inventariseren en hoeveel tijd je wilt besteden.
  • Zoek een vacant gebied in de buurt of zoek een nieuw gebied uit. Ga wel na of het goed te bereiken is en of je toestemming kunt krijgen om het gebied te betreden.

Wat heb je nodig?

  • Toestemming van de terreineigenaar. In principe vraag je zelf een betredingsvergunning aan bij de terreinbeheerder, bijvoorbeeld bij de boswachter ecologie of bij de gemeente. Het broedvogelteam kan je daarbij helpen. Ga nooit zonder deze toestemming het veld in.
  • In de meeste terreinen is een verrekijker voldoende. Bij inventarisaties van boerenlandvogels of roofvogels in grote, open terreinen is ook een telescoop nodig.
  • De gegevens voer je in het veld via de app Avimap op je telefoon of tablet. Het is ook mogelijk om de waarnemingen op een papieren veldkaart te noteren en achteraf te verwerken op het invoerportaal. Neem voor de zekerheid altijd een veldkaart mee, voor het geval dat je telefoon of tablet uitvalt.
  • Neem vooraf het protocol door.

Zoogdieren meetellen

Je kunt ervoor kiezen om dagactieve zoogdieren mee te tellen met BMP. Je telt dan tijdens al je bezoeken de individuen die je tegenkomt. Voor waarnemers die dit willen, is meer informatie en instructie te vinden op de website van de Zoogdiervereniging.

Waar zie je je resultaten terug?

  • Via het invoerportaal kun je je tellingen terugzien, ze clusteren en zelf kaarten, grafieken en shapefiles downloaden. Via deze instructiefilmpjes zie je hoe dat werkt.
  • Met regelmatige e-mailnieuwsbrieven houden we je op de hoogte van het projectnieuws en tussentijdse resultaten.
  • Je ontvangt jaarlijks het rapport Broedvogels van Nederland met de resultaten uit heel Nederland.
  • Ben je lid van de vereniging Sovon, dan zie je de BMP-resultaten ook terug in het blad Sovon-Nieuws.