Zwarte Ooievaar laat (nog even) op zich wachten

Al jaren wordt gehoopt op het eerste Nederlandse broedgeval van de Zwarte Ooievaar. In de Belgische Ardennen broedt de soort met vele tientallen paren op relatief korte afstand van ons land.

Ook reikt de verspreiding in Duitsland – waar naar schatting 800-900 paren broeden (2011-16) – tot vrij westelijk, niet ver van onze oostgrens. De toename in Midden-Europa en de verspreiding in westelijke richting stemt nog altijd hoopvol. Ook in het broedseizoen van 2025 werden, net als in voorgaande jaren, geregeld adulte individuen in veengebieden in Oost-Brabant en Limburg gezien. Ondanks de aanwezigheid van deze volwassen vogels in geschikt broedbiotoop en dat dit jaar meer vogels zijn gezien dan in bijvoorbeeld 2023 of 2024, is er (nog) steeds geen bewijs voor broeden.

Tot nu toe alleen doortrekkers

Tot het eerste broedgeval een feit is, is het genieten van de doortrekkende vogels die her en der in ons luchtruim opduiken. Ze zijn solitair te vinden maar ook in groepjes van enkele vogels bij elkaar of in groepen ‘gewone’ Ooievaars. De najaarstrek begint in juli, piekt in augustus en loopt door tot in september en oktober. In het najaar zijn dit vooral jonge vogels die in Nederland rondzwerven. Geringde exemplaren die in het najaar in Nederland zijn gezien, waren onder andere afkomstig uit Frankrijk, België, Tsjechië, Duitsland en Estland. Waarnemingen worden door het hele land gedaan maar de meeste kans maak je op de hoge gronden.