Er zit beweging in de Zwarte Mezen

Half september, en het droge piepje van Zwarte Mezen is soms te horen in stadstuinen, een meidoornstruik in een uiterwaard of boven de zeereep. Ongewone plekken voor een soort die in de broedtijd uitsluitend naaldbossen bewoont.

Bijna ieder najaar is er wel wat beweging in de Zwarte Mezen. Maar de jaarlijkse verschillen kunnen enorm zijn. Kijk bijvoorbeeld in de trendgrafiek op trektellen.nl: het ene najaar vrijwel geen trekkende Zwarte Mezen, het andere jaar massa's.

Oostelijke herkomst

Wanneer het in ons land, eens in de zoveel jaar, tot massale verplaatsingen van Zwarte Mezen komt, gaat het vrijwel altijd om vogels met een oostelijke herkomst. Dan is er blijkbaar iets grondig mis in de uitgestrekte naaldwouden van Oost-Europa en Rusland. Meestal een combinatie van een goed broedseizoen (veel jonge vogels) en een slechte voedselsituatie (weinig dennenzaden).

Invasiejaar?

Op het forum van waarneming.nl doken interessante berichten op. In de Baltische staten zijn erorme aantallen Zwarte Mezen op drift. Op een locatie in Estland werden op 3 september meer dan 50.000 trekkers geteld, soms in een continue stroom, dan weer in groepen tot 1500 exemplaren. Het betekent nog lang niet dat die stroom ons land gaat bereiken. Maar het is wel mogelijk.

Prachtig gezicht

Trekkende Zwarte Mezen zijn geweldig om te zien. Als echte bosbewoners met een matig vliegvermogen hebben ze enorme angst om open landschap over te steken. Dat levert ophopingen op langs de kusten van Noordzee en IJsselmeer, maar op kleinere schaal ook in het binnenland. Zo hoppen groepjes in het rivierengebied langs lanen en heggen totdat het echt niet anders kan: ze moeten de rivier over. Dat gaat met veel roepen, pogingen die worden afgebroken totdat men het eindelijk aandurft. Althans, dat is het beeld als er wat tegenwind staat. Bij meewinden kunnen de vogels ook heel hoog overtrekken.

Meer lezen

Een nog altijd lezenswaardig artikel over de grote invasie van 1989 is hier in te zien.