Opnieuw te weinig gruttojongen groot

In de pers - Ook in 2018 groeiden er onvoldoende jonge Grutto's op om de populatie in ons land op peil te houden. Dat meldt Vogelbescherming Nederland vandaag op basis van gegevens van afgelopen zomer die Sovon uitwerkte. Het aantal jongen wordt op ruwweg 6500 berekend. Er waren zeker 13.600 jonge Grutto's nodig zijn om de populatie niet verder te laten krimpen.

Het aantal Grutto's in ons land daalt al jarenlang. Dat blijkt uit broedvogeltellingen. De voornaamste reden is dat er te weinig jonge Grutto's groot groeien en vliegvlug worden. Om hun aantal in te schatten worden er sinds 2011 steekproeven gedaan, waarbij het aantal geringde en ongeringde jongen wordt bijgehouden. Sovon maakte opnieuw een schatting op basis van die gegevens. Van de afgelopen acht jaar was dit broedseizoen het op twee na slechtste. Een rapportage volgt binnenkort.

Populatie in de knel

Nederland herbergt nog steeds ongeveer 80% van alle Europese Grutto's. Toch wordt ons land steeds minder geschikt voor deze steltloper. In eerste instantie spelen het intensieve landgebruik (de overgang naar monoculturen van snelgroeiend raaigras) en ontwatering een belangrijke rol. Tel daar de opmars van predatoren als de Vos en Steenmarter bij op. Als de eieren al konden uitkomen, hebben de kuikens vervolgens weinig schuilmogelijkheden en te weinig voedsel in de vorm van insecten. (Meer informatie in het dossier weidevogels).

Belang van ringwerk aan Grutto's

De schatting van het aantal jongen is mogelijk dankzij ringwerk. Jaarlijks worden onder coördinatie van de Rijksuniversiteit Groningen enkele honderden jonge Grutto’s van individuele kleurringcombinaties voorzien. Vervolgens wordt tussen half juni en half augustus op verzamelplaatsen gekeken welk deel van de aanwezige jongen kleurringen draagt (meer info). In de acht jaar dat het onderzoek loopt, bleek het aantal gruttokuikens dat daadwerkelijk uitvliegt stelselmatig te laag.