Zeldzame broedvogels 2023: Koereigers, Steltkluten en Hoppen maar nauwelijks Kwartelkoningen

Het jaar 2023 bracht opmerkelijke broedgevallen en territoria voort. Hieronder een eerste overzicht van bijzondere meldingen uit het Meetnet Broedvogels (onderdeel van het NEM), aangevuld met onder meer informatie via werkgroepen (zoals Zeearend, Oehoe, Bijeneter), waarneming.nl, dutchbirding.nl, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Deltamilieu. Niet alle gegevens zijn al geverifieerd en het volledige overzicht zal in de jaarrapportage worden opgenomen.

Steltkluut met jongen
Een recordaantal van tenminste 148 broedparen van de Steltkluut dit jaar. | Foto: Ben Engelen

Een man Toendrarietgans vergezelde in april een vrouw Grauwe Gans en zeven pulli bij Zevenhuizen ZH. Het bleef helaas onduidelijk of het hybride jongen waren.

Heel langzaam lijkt het aantal Wilde Zwanen toe te nemen met dit jaar drie paren in het Fochteloërveen Dr/Fr, waarvan één met vier vliegvlugge jongen en in Diependal Dr een paar met een vliegvlug jong. In Midden-Drenthe en de Oostvaardersplassen vond nestbouw plaats maar werd geen nest gevonden. Een vrijvliegend ‘niet-wild’ paar bouwde een nest in het Natuurpark Lelystad.

Zekere broedgevallen van Pijlstaarten worden regelmatig gemeld maar zijn zeldzaam, met vijf in 2018-22. Dit jaar waren er nestvondsten op Rottumeroog, Hegewiersterfjeld Fr, De Kreupel en de Slikken van Flakkee. Bij de Hilversumse Bovenmeent NH en de Hoofdplaat Zl werden twee vrouwtjes met pullen gezien.

Van 25 mei t/m 10 juni was een paar IJseenden aanwezig op de Marker Wadden maar een broedpoging bleef, voor zover bekend, uit.

Een baltsend paar Brilduikers zaten in het Drents-Friese Wold in mei-juni en een ander paar bij recreatiegebied Heerderstrand Gl in mei.

In Friesland broedden vier paar Nonnetjes, één minder dan in 2022. Het eerste nest kwam op 30 mei uit met tien pullen.

Het was een extreem slecht jaar voor de Kwartelkoning met alleen meldingen uit Groningen van 3 territoria, 2 in Drenthe, 2 in Overijssel, 1 in Friesland en in Noord-Brabant ook 1.

Het Kleinst Waterhoen werd gemeld bij Blokzijl Ov, Hengstdijk Zl, Durgerdam NH, Den Oever NH en Heeze NB.

Een Klein Waterhoen riep op 13 juni in de Dintelse Gorzen NB. Vier dagen later riep er één midden in de Weerribben Ov.

Van de 49 kraanvogelparen (in 2022 waren dit er 46) bouwden circa 45 paren een nest en legden eieren. Er werden minstens 50 kuikens geboren waarvan er 33 uitvlogen (kraanvogels.net).

In Diependal Dr, het ‘bolwerk’ voor de Roodhalsfuut, waren acht paren aanwezig. Territoria werden gemeld bij Dwingeloo Dr (2), Zalk Ov (1), Gees Dr (1), Hooghalen Dr (1) en in het Drontermeer (2) en de duinen van Ameland (2).

Met zeker 148 broedparen was het een absoluut recordjaar voor de Steltkluut. Hierbij verbleken de aantallen in de topjaren 2021-22 (81 resp. 82). Zeeland (43 paren) en Drenthe (27 paren) waren hofleveranciers met bijna de helft van de broedvogels. Kleinere aantallen werden in Flevoland (17), Zuid-Holland (15), Friesland (14), Groningen (12), Utrecht (8), Noord-Holland (5), Noord-Brabant (5), Overijssel (1) en Gelderland (1).

Er zijn nog broedende Kemphanen… Bij Wommels Fr werd een nest gevonden en bij Zuidhorn Gr zat een vrouwtje met afleidingsgedrag.

Spectaculair is de vondst van een Bonte Strandloper-nest met drie eieren in het Lauwersmeergebied op 16 mei (R. Kleefstra). De vorige gepubliceerde zekere broedgevallen dateren uit 1986 (bij het Lauwermeer), 2019 en 2022 (beide op de Marker Wadden).

Langs de IJssel bij Deventer Ov vertoonde een Oeverloper afleidingsgedrag op 11 juni en ook de wakende vogel bij Hengelo Ov op 22 juni was verdacht. Op drie plekken werden alarmerende Oeverlopers gemeld.

Drieteenmeeuwen broeden sinds het begin van deze eeuw op platforms in het Nederlandse deel van de Noordzee. Op platform L-7B, 70 km ten noordwesten van Texel werden in juni 314 bezette nesten geteld en waren naar schatting 350-400 nesten aanwezig (R. Fijn, Waardenburg Ecology; Limosa 96: 130-136).

Er waren geen meldingen van broedverdachte Dwergmeeuwen (2019-22: 1-4 per jaar).

Het Zuidlaardermeergebied Gr is sinds 2012 (met uitzondering van 2016) jaarlijks bezet door broedende Witwangsterns (2023: minstens 24 nesten). Voor het derde jaar op rij broedde de soort in De Onlanden Dr (2023: 10).

Net als in 2021-22 broedde een paar Witvleugelsterns tussen de Zwarte Sterns in de Zouweboezem ZH en ook in Kinderdijk ZH was een broedpaar aanwezig. Beide pogingen mislukten in de eifase.

Zeker één paar Grote Aalscholvers broedde in een kolonie van in totaal 8 paren Aalscholvers op een strekdam in de Oosterschelde (M. Sluijter). Sinds de vestiging in 2008 van deze ondersoort is dit de enige vaste broedplek (1-6 paren).

Het was, afgaande op het totaal van 36 territoria, een relatief goed jaar voor de Woudaap met meldingen uit Groningen (5), Drenthe (2), Overijssel (2), Gelderland (8), Utrecht (3), Flevoland (1), Noord-Holland (3), Zuid-Holland (8), Zeeland (1), Noord-Brabant (1) en Limburg (2). Het totaal ligt boven het niveau in de recente ‘topjaren’ 2021-2022 (26).

Het zwaartepunt van broedende Kwakken is de laatste jaren verschoven van Artis (2023: 9 nesten) naar Middelburg Zl (20). In Alphen aan de Rijn ZH werden 8 nesten geteld waarvan vier in Avifauna. Solitaire gevallen van vrijvliegende vogels werden gevonden op een eilandje in het Krammer-Volkerak ZH (vliegvlug jong) en in dierenparken in Beesd Gl en Leeuwarden Fr (beide nest). Territoria werden gemeld in Overijssel (2), Drenthe (1), Utrecht (1) en Zuid-Holland (1).

In 2021 broedde de Koereiger voor het eerst succesvol in ons land (De Wieden Ov) en ook in 2022 (3 nesten) en 2023 (4 nesten) vlogen daar jongen uit (R. Messemaker). Op een eiland in het Hollands Diep ZH werd op 10 juni een niet vliegvlugge Koereiger gekleurringd door de Werkgroep Lepelaar, een primeur voor Nederland. Op het moment van ringen waren er nog twee andere paartjes aanwezig in de kolonie.

Op twee nesten in de Biesbosch en één nest op de Veluwe broedden Visarenden succesvol. Elders in de Biesbosch waren nog twee ongepaarde mannetjes aanwezig waarvan er één, het ‘vaste’ mannetje met kleurring 7TG, later alsnog gepaard raakte. Een paar bezette in juni-juli een kunstnest op de Slikken van Flakkee Zl en baltste ook maar er werden geen eieren gelegd.

Blauwe Kiekendieven zaten in op Terschelling (3 paren waarbij een nest met jongen), Texel (1) en op akkers in Groningen (2).

Een man Steppekiekendief vormde, net als in 2022, in Groningen een trio met een paar Bruine Kiekendieven. Er vlogen zeker drie hybriden en één jong die oogde als een Bruine uit (R. Ubels)! Vergelijkbare hybriden werden ook in 2017 al eens in Duitsland vliegvlug.

Het was een topjaar voor de Grauwe Kiekendief. Er werden 62 broedparen geteld en er vlogen meer dan 150 jongen uit, het hoogste aantal jongen sinds in ieder geval 1990 (Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels).

Met rond de 30 bezette nesten was het opnieuw een goed jaar voor de Rode Wouw (S. van Rijn). Het aantal lag op het hoge niveau van 2021-22 (32 resp. 30). Een primeur was een broedgeval in de provincie Utrecht (mislukt in de eifase).

Opnieuw een relatief goed jaar voor de Zwarte Wouw met nestvondsten in ZO-Brabant (1) en Limburg (3). Deze soort is vanaf 2009 een jaarlijkse broedvogel met 1-3 paren (2014: 4, 2022: 5).

Het aantal paren Zeearenden met nest(-bouw) groeide verder naar 36 (2020-22 resp. 20, 22 en 30). Van de 36 paren gingen er 32 over tot broeden waarvan vier nesten mislukten in de eifase en 28 succesvol waren. Van de 48 nestjongen vlogen er 45 uit (Werkgroep Zeearend).

Het was een goed jaar voor de Velduil al blijven de topaantallen uit 2014 (80-100) en 2019 (100-130) waarschijnlijk buiten bereik. Territoria zijn gemeld uit Friesland-binnenland (20, schatting 30-40, R. Kleefstra), het Waddengebied (20), Groningen-binnenland (3) en Overijssel (1).

Het beeld is nog niet compleet maar met minstens 85 territoria deed ook de Oehoe het prima (2022: 74 geteld). Bijna twee derde van de meldingen kwam uit Limburg (36) en Noord-Brabant (18) met ook broedvogels in Overijssel (11), Gelderland (11), Drenthe (8) en, voor het eerst, Utrecht (1).

Een bijzonder jaar voor de Hop! Voor het vierde jaar op rij broedden er Hoppen in ons land, het enige andere geval deze eeuw stamt uit 2012 (De Hamert Lb). Recente broedgevallen vonden plaats in de Amsterdamse Waterleidingduinen (2020), Noord-Limburg (2021) en het Leenderbos NB en elders in Noord-Brabant (2022). Het totaal aantal territoria is duidelijk toegenomen van 0-1 per jaar (2000-09) naar 0-3 per jaar (2010-19) tot 5, 7 resp. 5 in 2020-22. In 2023 werden 9 territoria gemeld waarbij vier zekere broedgevallen! Er vlogen jongen uit op twee plaatsen op de Veluwe (3 resp. waarschijnlijk 2), in het oosten van Noord-Brabant (3) en ook een broedgeval in Limburg was succesvol (minstens 1 jong). Territoria werden daarnaast nog bekend uit Limburg (3), de Achterhoek (1) en Zeeland (1) maar zonder duidelijke aanwijzingen voor een broedpoging.

Na de zachte winter 2022/23 nam het aantal paren IJsvogels verder toe. In 133 gebieden die ook in 2022 geteld werden zaten 227 paren, een groei van 40%.

Bijeneters broedden in Groningen (3), Zeeland (3), Noord-Holland (1) en Limburg (1). Niet eerder werd in vier provincies gebroed.

In enkele grote natuurgebieden in Drenthe nam het aantal Draaihalzen toe van 92 territoria (2022) naar 106 (2023), op de ZO-Veluwe ging het naar schatting op 15-17 resp. 24-27 territoria. De Drentse populatie wordt inmiddels op 122-135 territoria geschat (A. van Dijk).

Een opvallende melding is die van een pleisterende Klapekster op de centrale Veluwe tot eind mei maar de vogel bleef ongepaard.

Meldingen van hybriden Bonte x Zwarte Kraai die (waarschijnlijk) gepaard waren met een Zwarte Kraai kwamen van Terschelling (1; twee uitgevlogen jongen), Vlieland (2) en uit Petten NH (1).

Van de zuidelijke Iberische Tjiftjaf werden territoria vastgesteld bij Eersel NB, Milheeze NB en Maasland ZH.

Het aantal Grote Karekieten lag in enkele belangrijke broedgebieden boven het niveau van de voorgaande vijf jaar: Noordelijk Randmeren (gem. 44, 2023: 50) en Gelderse Poort (gem. 5, 2023: 11).

Struikrietzangers zongen meer dan tien dagen in Den Haag en Beuningen Gl.

De toename van de Orpheusspotvogel blijkt uit het gemelde aantal territoria per jaar. Van 0-7 (2000-18), naar 11-13 (2019-20) en 18-21 (2021-22). Hier zal betere herkenning van de zang een rol spelen maar het gaat ook om een daadwerkelijke groei. Voor 2023 staat de teller momenteel op 10.

De kernpopulatie van de Graszanger zit in het Verdronken Land van Saeftinghe Zl met kleinere aantallen elders in Zeeland. Buiten deze provincie is de soort ronduit zeldzaam met in 2013-22 0-4 territoria per jaar. In 2023 waren dat er minstens 14 (NH 7, ZH 3, Fr 1, Dr 1, NB 1, Lb 1).

Heel bijzonder is de melding van een zingende Koperwiek bij Pijnacker ZH (6 mei t/m 7 juni). Bij eerdere verdachte Koperwieken zoals op 28 mei 2003 (zang) en 10 juni 2008 (‘wing flicking’) ontbraken vervolgwaarnemingen.

Langs de Drentsche Aa bracht een paartje Noordse Nachtegalen minstens 3 jongen groot. Op 5 juni werd een zingende vogel ontdekt, twee dagen later sleepte een paar met nestmateriaal en op 2 juli stonden de jongen op het punt van uitvliegen (W. van Zwieten e.a.). Eerdere broedgevallen vonden plaats in 1995 (Zeewolde Fl) en waarschijnlijk 2005 (Lelystad Fl).

In Zuid-Limburg broedde een paar Roodbuikwaterspreeuwen. Er vlogen vier jongen uit.

Territoriale Roodmussen zongen in de Duinen van Goeree ZH, langs het Oostvoornse Meer ZH, in de Kennemerduinen NH, in het Noordhollands Duinreservaat en bij Muiden NH.

Territoriale Grote Kruisbekken werden opgetekend op de noordelijke Veluwe (2) en in het Drents-Friese Wold (2).

Langdurig territoriale Europese Kanaries zaten voor zover nu bekend alleen in Maastricht (1) en Hout-Blerick Lb (minstens 1).

Een Grauwe Gors zong van 30 april tot en met 20 mei in het Rijnstrangengebied Gl, raakte gepaard (5 mei) maar er kon geen broedgeval worden aangetoond.

Mocht u nog gegevens van zeldzame broedvogels hebben, dan ontvangen wij die graag. Het rapport over 2023 valt in juli 2024 bij alle broedvogeltellers in de bus.

Tot slot wil ik graag de vrijwillige en professionele tellers, districtscoördinatoren, soortwerkgroepen en terreinbeheerders hartelijk bedanken voor hun inspanningen!

Ook 2023 bracht weer een flink aantal bijzondere broedgevallen voort. Hieronder een kleine bloemlezing van enkele bijzondere foto's van dit jaar.

Met dank aan de fotografen! Van boven naar beneden en van links naar rechts:

Bijeneters bij nest. Foto: Marcel van Kammen

Buidelmees bij nest. Foto: Henk Laverman - Geoorde Fuut op nest met Dodaars. Foto: Willem Visser

Noordse Nachtegaal op nest. Foto: Wim van Zwieten - Zingende Struikrietzanger. Foto: Jeroen Veeken

Toendrarietgans met Grauwe Gans en hybride jongen? Foto: Chris van Rijswijk - Zeearend op nest. Foto: Marcel Klootwijk

Jonge Zomertortels. Foto: Erwin Goossens - Jonge Koereigers op nest met Lepelaar. Foto: Ronald Messemaker.

Visitekaart

Arjan Boele

Senior meetnetcoördinator broedvogels
Arjan Boele
Zeldzame, schaarse broedvogels en niet-broedvogels in Nederland (aantalsontwikkeling, verspreiding)