Zeetrektellen met Han Buckx

Han Buckx telt al meer dan 20 jaar zeevogels en heeft al heel wat uren door de telescoop naar zeevogels gekeken. Hij is vooral op trektelpost Bloemendaal aan Zee (‘Bloem’) te vinden en kan ons alles vertellen over hoe je een zeetrektelling aanpakt en waar je op moet letten.

Han Buckx en Amon Gouw in actie
Han Buckx samen met Amon Gouw aan het zeetrektellen. | Foto: Lars Buckx

De vogeltrek is een jaarlijks fenomeen dat de mens al eeuwenlang boeit. Op veel plaatsen worden overvliegende vogels tijdens de trekperiode geteld, vooral langs de kust. Met het systematisch tellen van aantallen zeevogels kan de vraag worden beantwoord of de aantallen zeevogels langs de Noordzeekust toe- of afnemen.

Zeetrektellen trekt

Als geboren en getogen Brabander kwam ik niet zo vaak aan de kust. Toch trok ik in de jaren ’80 van de vorige eeuw, met mijn vogelmaatjes Ruud van Dongen en Peter de Rouw, elk najaar wel een aantal keren naar Zeeland, de Maasvlakte, IJmuiden en vooral Camperduin (Hondsbossche Zeewering). Gezeten op het terras van het oude Paviljoen Minkema, naast de vaste tellers Nick van der Ham en Maarten Platteeuw, konden we daar uren over zee turen. Zeetrektellen is onverwachts. Elke keer is het weer een verrassing wat er die dag zal langs trekken. Uiteraard zijn er de bekende soorten zoals de algemene meeuwen en Zwarte Zee-eenden, maar bijna elke telling vliegt er wel weer een bijzondere soort langs of zijn er leuke aantallen te noteren van langstrekkende duikers, ganzen, eenden, steltlopers, meeuwen en/of sterns. De zogenaamde dik-gedrukte soorten op Trektellen.nl.

Er is het hele jaar wel wat te beleven aan de kust. Zeetrektelposten zoals Noordwijk en Camperduin zijn bijna dagelijks bezet. En als er niets vliegt kun je na een uurtje besluiten wat anders te gaan doen. De meeste uren worden echter vooral gemaakt in het voorjaar (maart-mei) en najaar (september-oktober) tijdens de trekperiodes.

Tips voor zeetrektellen

Om te weten wanneer je op pad moet gaan, is het belangrijk goed te kijken naar de wind- en weersverwachtingen. De beste dagen in het voorjaar zijn wanneer de wind uit een (noord)oostelijke richting komt. Dat levert soms spectaculaire aantallen eenden of steltlopers op. Goede dagen in het najaar zijn dagen met flinke wind uit west en liefst noordwest. Die kunnen dan hoge aantallen opleveren. Daarnaast zijn de eerste uren na zonsopgang meestal het beste. Tijdens een flinke najaarsstorm is de telpost soms wel de hele dag bezet en kunnen er aan het einde van de middag nog hoge aantallen of bijzonderheden doortrekken. Je bent dan de hele dag gefocust, want het blijft spannend. 

Herkenning in vogelvlucht

Het trektellen langs de kust is vooral “Jizz-vogelen”, waarbij je aan de hand van de vorm van de vogel heel snel de soort kunt bepaalt. Vogels langs de kust gaan namelijk heel snel. Het is daarbij belangrijk om de langstrekkende soorten goed te kennen vanuit de boeken, vooral vluchtbeelden en vleugelpatronen. Ook speelt ervaring een belangrijke rol. Na vele jaren over zee turen zijn de meeste soorten wel vertrouwd en gelijk te determineren. Toch blijft het belangrijk kritisch te zijn en bij twijfel de soort niet te noteren of als “spec.” op te schrijven.

Aantallen in vogelvlucht

Tijdens excursies laat ik deelnemers wel eens schatten hoeveel vogels in een groep overvliegen. De ervaring leert dat men meestal te laag schat. Tijdens cursussen leer ik de cursisten om eerst een groep van 10 te tellen en dan te extrapoleren naar 100 en zo verder naar de 1000, etc.

Grappig is dat ik bij het zeetrektellen meestal een (grote) groep tel van achteren naar voren. Dat geeft mij meer rust en levert voor mijn gevoel de nauwkeurigste aantallen op.

Tijdens het trektellen gebruiken we standaard handtellers (zogenaamde 3- of 4-tellers) voor de algemene soorten. Vooral de dominante trekrichting (noord in het voorjaar en zuid in het najaar) wordt via de teller bijgehouden. De andere vogels noteren we of voeren we meteen in via de trektellen app. Eenden- en steltlopergroepen kunnen vaak meerdere soorten bevatten. Als we met meer tellers zijn, verdelen we de soorten onder elkaar. Mocht je alleen zijn, kan het soms hard werken zijn. Tellingen met 10.000+ vogels is dan echte topsport!

Veranderingen @Bloem (Bloemendaal aan Zee)

Tijdens het trektellen noteren we altijd het aantal teluren, aantal waarnemers en weersomstandigheden. Dan noteren we standaard per uur van alle soorten het aantal en de trekrichting. Leeftijd en geslacht noteren we ook maar dat is sterk afhankelijk van de soort.

Wat we de laatste jaren missen zijn de vermaarde najaarsstormen. Mede hierdoor zijn soorten zoals Noordse Stormvogel of Kleine Alk een zeldzaamheid geworden. Ook verschillende eenden, zoals de Eidereend en het Nonnetje, zien we tegenwoordig nog maar in kleine aantallen. Soorten als Brandgans, Lepelaar en Zwartkopmeeuw zien we juist de laatste jaren in grotere aantallen, in lijn met de toename in Nederland als broedvogel.

Om nooit te vergeten

Mijn meest memorabele zeetrek dagen waren niet op Bloemendaal aan Zee. In de jaren ’90 heb ik, tijdens een Dutch Birding-week met ruim 80 andere vogelaars (gezeten voor Paviljoen Paal 15, Westerslag), een iconisch zeevogeldag meegemaakt! Vooral in de middag vlogen er duizenden Noordse Stormvogels, honderden pijlstormvogels, vele jagers, Vorkstaartmeeuwen, Vaal Stormvogeltjes, etc. langs. Ook hingen er toen één of meerdere Grote Pijlstormvogels voor de kust (helaas niet aanvaard door de CDNA).

Ook een ochtend op Westkapelle met 100+ Noordse Pijlstormvogels, alle jagers, Vorkstaartmeeuwen, vaaltjes, etc. staat me nog zeer goed bij. Daarnaast heb ik op Camperduin in de jaren ’80 fraaie dagen meegemaakt, waaronder flinke aantallen Kleinste- en Middelste Jagers tijdens invasiejaren.

De leukste dagen op Bloem zijn vooral de dagen met flinke eenden en steltlopertrek in het voorjaar. Zo telde ik op 26 april 2022 maar liefst 10.592 Rosse Grutto’s naar noord, een nieuw Nederlands dagrecord! Voor de “echte” zeevogels, zoals pijlstormvogels, is Bloemendaal aan Zee niet de beste plek in Nederland. Toch hebben we op Bloem ook septemberdagen meegemaakt met meer dan 100 Grauwe Pijlstormvogels, meer dan 100 Vaal Stormvogeltjes of meer dan 50 Noordse Pijlstormvogels.

Niet ontbreken

Wat niet mag ontbreken is plezier en een goed gesprek met je medetellers (uiteraard alleen als de trek het toelaat!). Vooral het ophalen van herinneringen aan memorabele trekdagen is populair!

Voor geïnteresseerde vogelaars die ook wel eens willen beginnen met zeetrektellen wil ik zeggen zoek een mooie hoge duintop met vrij zicht op de branding, liefst met wat beschutting (bijvoorbeeld een strandpaviljoen), kijker op statief en tellen maar! Je kunt ook even kijken naar een telpost bij jou in de buurt. Versterk het team en leer steeds meer!

Aantallen en soorten zijn bijna direct na elke telling te zien via https://www.trektellen.nl/.

Een pluim voor het werk van Gerard Troost (Sovon), die hier veel voor betekend heeft. Keep on the good work.