Waar de Duinpiepers overwinteren

We zijn de Duinpieper helaas kwijtgeraakt als Nederlandse broedvogel en moeten het sindsdien doen met wat schaarse doortrekkers. Waar overwinteren die eigenlijk?

Dat ze ergens net ten zuiden van de Sahara overwinteren, was wel bekend. Maar waar precies, en hoe ziet het er daar uit? Daarover komen we meer te weten dankzij de inspanningen van Rob Bijlsma en consorten. Het team van “ Living on the edge: wetlands and birds in a changing Sahel”  is na de publicatie van dat grensverleggende boek (2009) ‘gewoon’  doorgegaan met onderzoek in de Sahel en andere delen van West-Afrika (zie bijvoorbeeld het recent verschenen artikel in Ardea over de betekenis van mangroven voor overwinteraars).

Eerste indrukken
Rob Bijlsma, net terug uit de Sahel: “Het overwinteringsgebied ligt in een zó smalle rand van de noordelijke Sahel/zuidelijke Sahara dat je het bijna niet kunt geloven. Rijdend van zuid naar noord ben je er in een zucht doorheen, het is misschien maar 50 km breed. Eindelijk dus gezien waar Duinpiepers overwinteren. Ze zijn het talrijkst op plekken waar je ook Hopleeuweriken en Renvogels ziet, nou, dan weet je het wel.

Solitair in een lege wereld
Het zijn solitaire jongens, die Duinpiepers. Zeer dun gezaaid in een bijna lege wereld. Enkele boompjes van klein formaat (Boscia, Balanites), en wat pollen Leptadenia (een soort grote pitrus), dat is het. Vegetatiedekking van minder dan 5%, en die vegetatie is ook nog volledig bevreten door vee in het najaar. In december, toen wij er waren, dus ruim na de regens, lopen er alleen nog wat dromedarissen en geiten rond.

Hittebestendig
De grondtemperatuur loopt in de middag tegen de 50 graden ('s ochtends overigens maar 6 graden). Dat is vergelijkbaar met een warme julidag op een voormalige Nederlandse broedplaats als het Mosselse Zand! Ik hoop in januari-februari een nieuwe serie metingen in Mali en Burkina te kunnen doen, als de hitte verder is toegenomen. Eens kijken of het dan boven de 60 graden uitkomt (wat ik verwacht).”

Mooie samenvatting
Rob zou Rob niet zijn als hij niet de eerste bevindingen in een klein artikel zou hebben gezet. Uitermate boeiende lectuur, prima leesvoer!