Vink en Groenling in MUS

In het Meetnet Urbane Soorten worden broedvogels van dorp en stad gevolgd vanaf 2007. Vink en Groenling zijn algemene soorten, maar laten beiden een verschillende trend zien. Of zijn er ook overeenkomsten?

Vink

Tijdens de drie telrondes van MUS staan ze in de top 35 van meest algemene soorten. In 2022 zijn 9.310 exemplaren van de Vink (757 routes) geteld en 2.650 exemplaren van de Groenling (545 routes). De Vink is één van de talrijkste broedvogels van Nederland. In het algemeen geldt: hoe meer oude bomen, hoe meer Vinken. In urbaan gebied ontbreekt de Vink vrijwel nooit in groene wijken en parken en daar is de typische ‘vinkenslag’ dan te horen. De Groenling valt op door zijn vlinderende baltsvlucht met daarnaast een nasale zang en ook door trillers en fluittonen. Groenlingen broeden relatief talrijk in groene wijken van dorpen en steden, plaatselijk ook in kleinschalig boerenland en jonge aanplant. Ze mijden zeer open gebieden en aaneengesloten bos. Zowel de Vink als de Groenling komt in urbaan gebied vooral voor in zogenaamde open bebouwing waar meer groen zoals bomen aanwezig zijn (figuur 1). Opvallend is dat de gemiddelde dichtheid op telpunten in parken nauwelijks verschilt van wijken met open bebouwing.

Figuur 1. Groenling en Vink. Gemiddeld aantal exemplaren per telpunt in MUS, uitgesplitst naar bouwtype en bouwperiode, in 2017-21.
Figuur 1. Groenling en Vink. Gemiddeld aantal exemplaren per telpunt in MUS, uitgesplitst naar bouwtype en bouwperiode, in 2017-2021.

Aantalsontwikkeling

De Vink laat vanaf de start van MUS een lichte afname zien waarbij vanaf 2016 de aantallen stabiel lijken. De Groenling was stabiel in de eerste helft van MUS maar vanaf 2016 is er een sterke afname vastgesteld (meer dan halvering). In Groot-Brittannië is deze afname al eerder ingezet en daar wordt dit in verband gebracht met het Geel. De besmetting treedt waarschijnlijk op bij voerplekken in tuinen. Recent heeft ook de Vink in urbaan gebied een afname ingezet aan de andere kant van het Kanaal. Mogelijk komt dat ook door besmetting van het Geel. We gaan zien of dat bij ons gaat gebeuren.  

Figuur 2. Groenling en Vink. Aantalsontwikkeling (index) in MUS in 2007-22.
Figuur 2. Groenling en Vink. Aantalsontwikkeling (index) in MUS in 2007-2022.

Meedoen?

MUS is een laagdrempelig en weinig tijd kostend telproject. Ken je de 30-40 algemeenste soorten op uiterlijk en geluid dan kun je meedoen. Overal zijn nieuwe waarnemers welkom en in het bijzonder in Friesland, Groningen (buiten de stad) en Zeeland. Heb je een vraag stel die aan Jan Schoppers.

Visitekaart

Jan Schoppers

Senior veldmedewerker en meetnetcoördinator MUS
Jan Schoppers
Coördinator onderzoeksthema stad
MUS-teller in actie

Met het Meetnet Urbane Soorten volgen we broedvogels in steden en dorpen. We leggen trends in aantallen en verspreiding vast. Dit zijn onmisbare gegevens om na te gaan hoe het vogels in het stedelijk gebied vergaat.

Tijd
3 out of 5 stars
Kennis
3 out of 5 stars