Vette aantallen Goudhanen najaar 2015

De aantallen Goudhanen kunnen van jaar op jaar enorm schommelen. Dat blijkt bij broedvogeltellingen, maar is nog opvallender in het najaar. Dan trekken noordelijke en oostelijke vogels door, soms massaal.

De vuistregel is: hoge aantallen na een of enkele zachte winters in Noord- en West-Europa, lage aantallen na een strenge winter. Maar het is geen wetmatigheid, want er zijn tal van uitzonderingen op de regel. De doortrek begint half september, piekt gewoonlijk half oktober en loopt in november af. Eind december, als de PTT-tellers hun routes lopen, zijn alleen nog overwinteraars in ons land; een mix van eigen standvogels en vogels van elders.

Trekverschijnselen

Dat er in oktober soms veel Goudhanen doortrekken, valt tot in stadstuinen te merken. Plotseling zijn ze er, om even abrupt weer te verdwijnen. Trektellers maken in de ochtenduren de staart mee van de nachttrek: door het terrein hoppende Goudhanen, die zich nog een tijd in de trekrichting verplaatsen. Op de meeste telposten blijft het bij hooguit enkele tientallen vogels, maar op gunstig gelegen plekken kan dat anders liggen. Vooral als Goudhaantjes open water (of een andere barrière) moeten oversteken, kunnen zich opstoppingen voordoen en wordt de trek gekanaliseerd. Bij de Nolle in Vlissingen zijn zo wel eens 594 trekkende Goudhaantjes geturfd (13 oktober 2008).

Vooral ringers

Het zijn echter de ringers die letterlijk hun handen vol kunnen hebben aan doortrekkende Goudhanen. Met name op de Waddeneilanden en in de duinstreek kunnen zich bizarre taferelen afspelen, waarbij het Goudhanen kan 'regenen'. Vogels die op de spaken van een fietswiel uitrusten, netten die gesloten moeten worden omdat de ringers het niet bijhouden. Dit najaar was het enkele malen goed raak, met fraaie dagrecords tot 362 Goudhanen per ringplek. De doortrek is duidelijk veel sterker dan in voorgaande jaren. Net als in andere jaren ligt het accent op de Waddeneilanden en de duinstrook.

Meer lezen

Grote influxen zijn bekend uit o.a. de najaren van 1972, 1975, 1983, 1989 en 2008. Enkele oude artikelen, over najaar 1972 en 1975 zijn nog steeds zeer de moeite van het lezen waard. Ook het boek over een halve eeuw vogels ringen op Vinkenbaan Castricum (H.P.A. Levering & G.O. Keijl, 2008) geeft interessante informatie.