PTT-teller in de Kijker | Bert Winters

Bert Winters is PTT-teller van het eerste uur. Veertig jaar geleden is hij begonnen met een Punt Transect route bij zijn ouderlijk huis. Deze route bij Wapse in Drenthe is onder andere de reden om elk jaar nog weer even naar Drenthe af te reizen om de wintervogels te tellen tussen alle feestdagen door.

Bert Winters in actie op de Zuidpier van IJmuiden

De lange reeks van tellingen door dezelfde tellers is van onschatbare waarde en geeft samen met alle andere telpunten een goed beeld van onze wintervogels in Nederland.

Hoe is het allemaal begonnen?

'In Het Vogeljaar stond een oproep om gegevens te leveren voor een broedvogelatlas. Aangezien ik al op 16-jarige leeftijd meer dan honderd zelf getimmerde nestkasten controleerde in de bossen bij Diever en als (voormalig) eierzoeker ook roofvogelnesten wist te vinden, kon ik gemakkelijk hoogste broedcodes aanleveren voor een aantal soorten in de atlas. Ik ben teller ‘van het eerste uur’. In de navolgende vier jaar heb ik een enorme ontwikkeling doorgemaakt als vogelaar.

Als geregistreerde teller voor Sovon raakte ik ook vanaf het begin betrokken bij het Punt Transect tellingen (PPT) project. Toen ik jong was heb ik een route rondom mijn woonplaats Diever, of beter, zoals de naam aangeeft, ‘Rondom Wapse’ uitgezet. Nu tel ik deze route al bijna 40 jaar in de periode van 15 december tot 1 januari. Later, toen ik in Medemblik werk kreeg, heb ik een route in de Wieringermeerpolder overgenomen van iemand die verhuisd was. Zonde om die reeks te laten stoppen, dus tel op die route ook al weer meer dan dertig jaar.'

'Al sinds 1983 moet ik vanaf Medemblik dik 140 km de Afsluitdijk over om in Diever te kunnen tellen. In deze periode rond Kerst of Oud en Nieuw combineer ik de PTT-tellingen altijd met een bezoek aan mijn ouders. Vader is inmiddels wel 90 en moeder 88, dus hoe dat moet als zij niet meer op zichzelf kunnen wonen, weet ik niet. De tellingen doe ik het liefst op de fiets. In Drenthe kan dat ook niet anders, in de Wieringermeer ga ik bij hoge uitzondering wel eens met de auto. De waarnemingen noteer ik nog via de old school methode: waarnemingen worden met een potlood aan een touwtje in een notitieboekje genoteerd en dezelfde dag thuis in de computer overgenomen. Heeft voor mij altijd goed gewerkt en ik zie dus geen reden om dat te veranderen.'

'De route ‘Rondom Wapse’ is wel mijn favoriet, aangezien mijn wortels als vogelaar in Drenthe liggen. Ik heb geprobeerd een representatieve route voor het landschap te maken: dorp, bos, heide, beekdal. Aardigheidje: telpunt 6 ligt bij de oprit naar de ‘Bokkenleegte’, het huisje waar later Rob Bijlsma is komen wonen. In nestbomen waar ik nog broedende Haviken heb gevolgd, zag ik later de sporen van de klimijzers van Rob terug. Er is wel het een en ander veranderd op de route in de loop van de jaren. Zo heeft de ruilverkaveling een zandwinput opgeleverd die als visvijver werd ingericht. Er zijn ook enkele zandpaden afgesloten, waardoor de route ruim boven 20 km kwam. In de Wieringermeer wordt uitsluitend polderland geteld. Ook die route is trouwens ruim 20 km.'

Wat vind jij de kracht van langdurig tellen?

'Van de eerste Sovon-coördinator waarmee ik te maken kreeg, Arend van Dijk, heb ik geleerd dat langlopende reeksen systematische tellingen heel waardevol zijn. Na een HBO-studie Biologie hoefde hij dat niet uit te leggen. Inmiddels is het natuurlijk een erezaak om de tellingen zo lang mogelijk vol te houden, zodat ze voor Sovon als referentiemateriaal gebruikt kunnen worden. Zo durf ik mezelf dus wel een volhouder te noemen: 50 jaar Sovon teller, 40+ jaar PTT deelnemer, 25 jaar CES ringonderzoek en ik weet niet precies hoe lang al nestkast onderzoeker.'

“Monitoren van trends om uiteindelijk betrouwbare uitspraken te kunnen doen over klimaatgerelateerde veranderingen en een bijdrage te kunnen leveren aan de bescherming van vogels en hun leefomgeving vind ik erg belangrijk. Het geeft een goed gevoel dat je als amateurvogelaar een bijdrage kunt leveren aan de wetenschap. Ik zie de laatste jaren een verschraling van met name het agrarische deel van de route. Dat Bonte Kraaien niet meer naar Nederland komen overwinteren, heeft zijn oorzaak buiten ons land. Maar dat ik nog amper Roeken en Kauwen en soms helemaal geen Eksters meer kan tellen, zegt alles over de kwaliteit van onze eigen leefomgeving. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nieuwkomers: Grote Zilverreiger, overwinterende Ooievaars en Kraanvogels. En de Boomklever heeft een ongelofelijke opmars gemaakt in Drenthe. Het meest opvallende in de Wieringermeer is dat de Kleine zwanen volkomen verdwenen zijn. De grootste aantallen zaten juist op mijn telroute. En met de opkomst van maïs en Engels raaigras kan ik op beide trajecten inmiddels bijna alle soorten ganzen aantreffen.'

Wat vind je leuk aan het meedoen met PTT?

“Het is sowieso een leuke, leerzame en redelijk laagdrempelige telling. Ik zou zeker willen aanbevelen om er niet te ver van huis een loop- of fietsroute van te maken. Dan zie en hoor je veel meer dan vanuit de auto en je komt altijd wel iets bijzonders tegen. En naarmate de steekproef van tellingen groter wordt en de dekking over heel Nederland completer, worden de gegevens betrouwbaarder. En eenmaal tellen per jaar is geen zware belasting. Voor routes bij jou in de buurt kijk dan hier.

Naast de PTT tellingen ga ik graag met flinke wind zeevogels tellen, met hoog water steltlopers op het wad, maandelijks watervogels in de polder, houd me bezig met zangvogels bij ringonderzoek, het nestkastonderzoek beperkt zich hier maar tot twee of drie soorten maar levert wel ontzettend interessante informatie op, ringen aflezen van Lepelaars, Grote sterns, Visdieven, steltlopers of meeuwen, avondtellingen van Gierzwaluwen boven Medemblik.'

Welke bijzondere tellingen en vogelaars blijven je bij?

“In de beginjaren heb ik een keer een jonge vogelaar uit het dorp meegevraagd om ervaring op te doen. Het had gesneeuwd en we waren nog niet bij het tweede telpunt aangekomen, toen onze spatborden volliepen met sneeuw. We kwamen amper nog vooruit en zijn onverrichterzake en helemaal verkleumd omgekeerd. Henk Boxma zit nu bij de Kerkuilenwerkgroep in Drenthe. Vind ik mooi! In de Wieringermeer heb ik met een jong aanstormend talent een PTT-route uitgezet tussen Kreileroord en Den Oever, aansluitend op mijn route. Toen waren er nog drie tellingen per winter en bij de eerste novembertelling troffen we meteen een Grote Pieper en een Pestvogel. Toen heb ik hem aangeraden mijn naam als medeteller te vermelden, anders zouden ze het bij Sovon nooit geloven. Leon Kelder telt de route nog altijd, alleen omdat hij verhuisd is in omgekeerde richting. De leerling van toen is de leermeester op een aantal punten royaal voorbijgestoken. Ook die investering is het dik waard geweest!'

'Na mijn verhuizing naar Medemblik in 1983 heb ik drie vogelaars uit Vogelwerkgroep Wierhaven ertoe aangezet een PTT-route te starten voor betere dekking van ons gebied. In elk geval twee daarvan worden nog jaarlijks geteld. En wat in een competitieve wereld blijkt te werken: gewoon gaan tellen. Dan volgen er vanzelf meer mensen, want het kan natuurlijk niet zo zijn, dat alle eer straks naar jou gaat.

Toen ik nog voor de klas stond, begon ik altijd de eerste les van een nieuwe brugklas met het filmpje dat nog steeds op YouTube staat onder mijn naam, met het commentaar: wel besmettelijk, niet gevaarlijk. In hogere klassen nam ik leerlingen mee bij nestkastcontroles en later voor maatschappelijke stage. Zelfs nu na mijn pensionering bied ik nog elk jaar een ‘schoolreisje vogelen’ aan, een low budget alternatief voor een pretpark, waarmee we bijna 20 jaar geleden gestart zijn. Nooit veel, maar altijd enthousiaste deelnemers.'

Heb je nog tips voor tellers?

'Schaf een goed vogeldeterminatieboek aan! Op waarneming.nl wordt de grootst mogelijke onzin geplaatst, omdat mensen teveel vertrouwen op apps en vervolgens stoppen met zelf nadenken. Begin eenvoudig, bijvoorbeeld met de Jaarrond Tuintelling. Ga met ervaren mensen mee en volg een cursus of excursies. En al heel veel mensen hebben ondervonden dat als ze op te late leeftijd pas beginnen met herkennen van geluiden, ze die zich nog maar heel moeilijk eigen kunnen maken. Tot slot: voer tellingen zo snel mogelijk in. Als er iets vreemds gebeurd is, weet je dat dezelfde dag nog wel, later kun je dat soms niet meer reconstrueren. Bovendien doe je er de ontvangende partij een groot plezier mee. Hoeven ze niet achter tellers aan te zitten en kunnen de gegevens op tijd verwerkt worden voor publicatie.

Neem altijd koffie mee is ook een belangrijke tip! Verder stap ik altijd met open mind op de fiets en zie wel wat er op mijn pad komt. Natuurlijk is het wel prettig om in Drenthe een paar soorten tegen te komen die in de omgeving van mijn woonplaats zelden gezien worden (Kraanvogel, Zwarte Specht, Boomklever, Goudvink, Geelgors). Goede terreinkennis zorgt er overigens wel voor dat je op bepaalde punten al bedacht bent op bepaalde soorten, maar onbevooroordeeld tellen levert de meest zuivere informatie op.'

Heb je tips voor Sovon?

'Bij PTT loopt het wel goed volgens mij. Coördinator Willem van Maanen snapt heel goed dat je met een verslag van het vorige jaar de tellers voor het nieuwe seizoen weer scherp krijgt. En sterk van Sovon heb ik altijd gevonden dat ze de namen van alle tellers vermelden bij publicaties. Die tellers zijn uiteindelijk net mensen voor wie een beetje ijdelheid niet vreemd is. Laat de mensen in de organisatie van nu nooit vergeten waar Sovon vandaan gekomen is. Koester de oude knakkers net als de jonge honden. Je bent er volkomen van afhankelijk!'