Sterke doortrek Kokmeeuwen

Kokmeeuwen vliegen wat af op een dag, bijvoorbeeld tussen slaapplaats en voedselgebied, en vice versa. Toch is echte trek doorgaans wel te onderscheiden van lokale vliegbewegingen.

Trekkers vliegen aan de kust vaak laag, afhankelijk van de wind, maar in het binnenland doorgaans (erg) hoog. De trek in het voorjaar is sterk gericht naar N of NO. De groepen kunnen uit honderden individuen bestaan. Ze vliegen soms in V-formaties, meestal echter in bal- of schijfvormige groepen die enige tijd kunnen cirkelen alvorens door te trekken. In de loop van de dag dwarrelen zulke groepen soms van grote hoogte naar beneden om te rusten op open water, of voedsel te zoeken (mestinjectie!).

Maart is dé tijd
De voorjaarstrek komt op gang in de tweede helft van februari en loopt door tot in mei. Het eerst trekken volwassen vogels door. Vanaf eind april bestaat het overgrote deel van de trekkers uit tweede kalenderjaarvogels. De trekpiek valt meestal in de tweede helft van maart. Afhankelijk van de weersomstandigheden soms wat vroeger, een enkele keer wat later. Zo herinneren we ons nog maart 2013, toen de laatste tien dagen de koudste sinds 1901 werden. De doortrek piekte toen pas begin april, met bijv. op 6 april 16.000 ex. bij zowel Breskens als De Vulkaan (Den Haag), en op 9 april ruim 22.000 bij de Eemshaven.

Vette aantallen in 2015
De beste dag tot nu toe in dit voorjaar was 22 maart. Op de telpost De Pijp bij Elst (Ut) werden bijna 18.000 trekkende Kokmeeuwen geteld en op Ketelbrug/Kamperhoek zelfs 30.000. Op zulke locaties treedt stuwing op, elders is men veelal blij met een dagtotaal van 1000 (zie ook kaartje trektellen). Hoge dagtotalen zijn overigens deels een kwestie van veel uren maken. Kokmeeuwentrek kan de gehele dag doorgaan.