Gaswinning met de hand aan de kraan

Gaswinning in de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen leidt tot bodemdaling. De vraag is of dit ook effect heeft op vogelpopulaties in die gebieden. Van 11 soorten vogels die beschermd zijn in de Waddenzee blijkt op basis van jaarlijkse monitoring door Sovon dat hier voorlopig geen aanwijzingen voor zijn.

Voor het Natura2000-gebied Waddenzee zijn een groot aantal vogelsoorten aangewezen als beschermde soort. Om te controleren of gaswinning een effect heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van deze soorten, voert Sovon in opdracht van de NAM sinds de start van de gaswinning uit de velden bij Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen (kortweg MLV) een uitgebreide monitoring uit.

Dertien soorten

In totaal zijn 13 vogelsoorten onderzocht: Bergeend, Pijlstaart, Scholekster, Kluut, Zilverplevier, Bontbekplevier, Kanoet, Drieteenstrandloper, Bonte Strandloper, Rosse Grutto, Wulp, Tureluur en Steenloper. Van deze soorten werd het aantalsverloop gerapporteerd in de kombergingen van Pinkegat en Zoutkamperlaag (die dalen door gaswinning uit de MLV velden) over de periode tussen 1994/1995 en 2019/2020. Dit is vergeleken met het aantalsverloop in de rest van de Nederlandse Waddenzee, en met het aantalsverloop in de Duitse en Deense Waddenzee en de totale flyway-populaties van de betreffende soorten.

Voedselgegevens

Naast het onderzoek aan vogels, zijn gegevens van Wageningen Marine Research en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) gebruikt over de aantallen bodemdieren, en gegevens van Rijkswaterstaat en Deltares over bodemhoogte en waterstanden. Met deze gegevens is een indicatieve waarde te berekenen van hoeveel vogels een gebied kan huisvesten. Voor elke soort kon het verloop van deze index voor draagkracht berekend worden in de kombergingen van Pinkegat en Zoutkamperlaag waar de bodemdaling plaatsvindt.

Geen negatief effect

Bij 11 soorten concludeerden de onderzoekers dat er geen aanwijzingen zijn voor een negatief effect van bodemdaling door gaswinning. Voor de Pijlstaart en de Steenloper kon echter geen conclusie worden getrokken. Om dit in toekomstige rapportages te voorkomen, is de effectketen die beschrijft hoe diepe bodemdaling doorwerkt op bodemdieren en aantallen vogels verder uitgewerkt. De onderzoekers hopen in komende rapportages ook het effect van andere drukfactoren, zoals schelpdiervisserij en verstoring op het voedsellandschap en verstoringslandschap, en daarmee de vogels, in kaart te kunnen brengen.

Hand aan de kraan

Gaswinning in de Waddenzee is toegestaan met de ‘hand aan de kraan’. Dat betekent dat als er signalen zijn van negatieve effecten op de beschermde natuur, de gaswinning verminderd of zelfs gestopt moet worden. Deze negatieve effecten worden nu niet verwacht, maar desalniettemin is er een verplichte signaleringsmonitoring van de natuurwaarden voor het geval er toch negatieve effecten zijn. Sovon rapporteert hier jaarlijks over voor zowel de Waddenzee als het Lauwersmeer.