Vogelteller in de kijker - Ab Kolen

Mijn naam is Ad Kolen, het merendeel van mijn leven woon ik in Tilburg. Geboren in het midden van de vorige eeuw, speelde, zoals bij de meeste jongeren in die periode, een groot gedeelte van mijn jeugd zich buitenshuis af. Niet zozeer met de natuur bezig zijnde, maar na de schooluren wel veel buiten actief geweest.

Ab Kolen
Ad Kolen

Vissen en zwemmen in het kanaal en in diverse buitenbaden. Kamperen, wandelen, spelen en fietsen in de bossen, zandverstuivingen en heidevelden rondom de stad. Ergens tussen mijn 30e en 35e levensjaar bloeit de interesse in de natuur op. Ontdekken dat er meer soorten vogels zijn dan Koolmezen en duiven en met IVN-wandelingen meelopen zijn de eerste stappen in die richting. Na een cursus en aansluiting bij een vereniging die zich met natuurstudie bezighoudt, richt ik me steeds meer op vogels.

Vogels tellen

In het laatste decennium van de vorige eeuw bekwaam ik me met leden van de vogelwerkgroep van de lokale afdeling van de KNNV in het tellen van vogels. We zoeken een beetje onze eigen weg. We tellen meerdere gebieden rondom Tilburg en voeren een stadsinventarisatie uit. Alles nog erg vrijblijvend met niet erg strakke regels. Nog voor de eeuwwisseling komt Sovon in beeld en leer ik hoe het BMP werkt. Inmiddels ben ik goed thuis in de Nederlandse vogels. Steeds vogelgidsen bestuderen, leren van collega-vogelaars, maar vooral op mijzelf de vogelwereld onderzoeken en me eigen maken, is het fundament van mijn vogelkennis. Hoewel ik met veel plezier vogelexcursies leid en beginners voor het vogelen tracht te enthousiasmeren door ze onder andere mee te nemen op een van mijn tellingen, ga ik nog steeds graag alleen op pad. 

Geen soortenjager

Hoewel ik als gepassioneerde vogelaar geniet van niet-alledaagse vogels, ben ik geen soortenjager. Ik rijd niet speciaal naar het noorden van het land om een Terekruiter te zien. Die en andere bijzondere soorten zie ik liever in het eigen leefgebied. Tijdens een van de vele vogelreizen; in onder andere Nederland, Oost-Europa, Frankrijk en Engeland, zag ik bijvoorbeeld de Terekruiter op haar nest in de Prypyatmoerassen in Wit-Rusland en de Zwartkopgors in de Donaudelta in Roemenië, naast talrijke vogelsoorten die ik hier niet iedere week tegenkom. Daarnaast is het gedrag van de meest algemene vogelsoorten iets wat me bijzonder bezighoudt. De Houtduif is er een van. De Houtduif is een echte planteneter. Iedere week eet hij wel andere zaden, vruchten, knoppen of kiemplanten. Als in een groep op een groot gazon in Breda foeragerende Houtduiven, één exemplaar op zijn eentje meerdere regenwormen naar binnen werkt, is dat iets wat ik niet in mijn vogelgids terugvind en als bijzonder ervaar. Ook na meer dan 40 jaren vogelen ontdek je soms nog bijzondere nieuwe zaken.

Veel BMP

Na enkele proefprojecten start ik in 2002 officieel met een BMP in twee kleine parken in het stadsdeel Tilburg-Noord. Bruckner- & Hoffmanpark (plot 4515), kleine groene oases in een drukke wijk, en doe dat in 2008 nog één keer. Daar ik ook buiten het broedseizoen actief vogel en graag wil weten welke soorten er dan voorkomen, heb ik een mij passende formule bedacht. In drie gebieden in en om Tilburg tel ik tweemaal per maand en in het broedseizoen volgens de regels van het BMP. Dus 24 tellingen per jaar, waarvan acht in het broedseizoen (van 15 maart tot 15 juli). In 2003 start ik het BMP in het Noorderbos (plot 3665), juist buiten Tilburg Noord, op vijf minuten fietsen van mijn woning. Een nieuw aangelegd bos, met al bestaande oudere bosfragmenten op de voormalige vloeivelden van de stad. Een gevarieerd gebied met veel water, waaronder een grote zandwinplas.

In 2004 begin ik aan een BMP-reeks in een grote nieuwbouwwijk aan de westrand van Tilburg, de Dongevallei (plot 3664). Die bevindt zich in het midden van het stadsdeel Reeshof. Het gebied is oorspronkelijk ontworpen als ecologische verbindingszone. De gekanaliseerde beek de Donge is voor dat doel heringericht over een lengte van 2,5 km en breedtes van 100-150 meter aan beide zijden van de beek. Laagtes, meanders, nevenstromen, grote en kleine plassen, één groot en meerdere kleine eilanden en bloemenweides vormen het ontwerp van een laaglandbeek. Het gebied is geheel omheind om de grote grazers binnen en de wandelaars buiten te houden. Een klein deel in het noorden van de Dongevallei is buiten het broedseizoen wel toegankelijk voor wandelaars.

Mijn derde project ligt in het oosten van Tilburg Noord, het Quirijnstokpark (plot 4438). Toentertijd, naast het park wonende, ben ik er al in 1986 met tellingen begonnen. In deze voor mij nog leerfase heb ik tientallen jaren geteld, me nog niet bewust zijnde van alle regels. Pas in 2001 en in 2003 inventariseer ik er volgens de BMP-regels. Vanaf 2007 tel ik volgens de formule die ik ook in de andere twee gebieden uitvoer, jaarrond tellen met en in het broedseizoen volgens de BMP-regels. Met een onderbreking van enkele jaren (2010 & 211) loopt deze reeks tellingen en ook die van de andere 2 gebieden door tot aan de dag van vandaag. Vanaf 2019 maak ik gebruik van Avimap van Sovon om de BMP-gegevens in te voeren.  Om uiteindelijk op de Sovon-website met autoclustering de aantallen territoria vast te stellen. Veel administratief werk wordt me zo bespaard. Jarenlang handmatig soortenlijsten invullen en territoria berekenen is toch wel heel veel werk.

Kolonievogels tellen

Naast de grote lijnen, BMP en jaartellingen waar ik me mee bezighoud, is ook het tellen van kolonievogels een jaarlijks terugkomend gebeuren. Waarbij het ontdekken, drie jaar geleden, van een nieuwe roekenkolonie midden in Tilburg Noord een hoogtepunt is. Het 3-jarige onderzoek met 60 nestkasten in het Noorderbos is een van mijn mooiste belevenissen op vogelgebied. De fysieke ervaringen van de wekelijkse nestkastcontroles, 10 tot 13 keer per jaar vanaf begin april tot in juni, zijn bijzonder. Ze hebben veel indruk op me gemaakt. Deze en vele van mijn andere activiteiten staan vermeld op mijn weblog: vogelsenzo. Ook van de vele buitenlandse reizen genoot ik enorm, niet alleen van de vogels, maar ook van de landschappen. Reizen met gezelschappen met gemengde interesses zet me aan om ook meer naar andere fauna en ook flora te kijken dan alleen naar vogels. In Nederland voer ik, naast al het voorgaande, in meerdere gebieden via vaste routes één of meerdere tellingen per jaar uit. Gewoonlijk in en om Tilburg, maar ook in Breda, Den Bosch en Zeeland. Kortom, vogelen is mijn passie en steeds meer alles wat ik buiten tegenkom.