Geslaagde workshop over verbeteringen van de monitoring langs de Oost-Atlantische trekroute

Op 20 en 21 november kwam een groep van zo’n 50 watervogel-experts samen in het Duitse Wilhelmshaven. Tijdens een technische workshop deelden ze hun kennis over tellingen van en onderzoek naar watervogels langs de Oost-Atlantische flyway. De bijeenkomst werd georganiseerd door TAIEX (Europese Commissie) en ondersteund door de Coastal & Marine Union (EUCC) en EUCC Duitsland in het kader van het EU-project ‘Innovations for Migratory Bird Monitoring Along the East Atlantic Flyway’. Sovon was verantwoordelijk voor het inhoudelijk programma. De uitgewisselde kennis zal gebruikt worden om de monitoring van watervogels langs de trekroute van Siberië tot in Zuid-Afrika te verbeteren.

Flyway workshop 2023
De deelnemers langs de Waddenkust in Wilhelmshaven, Duitsland. Robert Steenbergen / Coastal &Marine Union (EUCC)

Vanaf 2014 worden eens per drie jaar grootscheepse tellingen in januari gehouden langs de hele Oost-Atlantische trekroute van watervogels. In tussenliggende jaren worden steekproefsgewijs ook tellingen in belangrijke watervogelgebieden gedaan. Met deze tellingen worden trends en populatieschattingen van watervogels gemaakt. De tellingen worden georganiseerd door partners in 36 deelnemende landen, van Noorwegen tot en met Zuid-Afrika. Sovon coördineert de integrale tellingen in opdracht van het Wadden Sea Flyway Initiative, samen met Wetlands International en Birdlife International.

Nieuwe technieken

De bijeenkomst in Wilhelmshaven was bedoeld om de laatste kennis over technieken om vogels te monitoren te delen. De hoofdvraag was welke innovaties gebruikt kunnen worden om meer te weten te komen over de aantallen watervogels langs de flyway en de factoren die hun populaties beïnvloeden. De eerste spreker, Karst Jaarsma (ministerie van LNV) benoemde bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om te weten welke negatieve effecten er zijn op vogels die mede van de Waddenzee gebruik maken.

Op de eerste dag stonden de verschillende informatiebehoeften centraal. Zo werd duidelijk dat er nog veel kennis ontbreekt over menselijke invloeden zoals oliewinning en recreatie. Ook werd aan de hand van zendergegevens de vraag opgeworpen of er wel in alle belangrijke gebieden watervogels geteld worden. Er volgden deelsessies over het gebruik van drones en hoge-resolutie camera’s onder vliegtuigen om groepen rustende watervogels of broedkolonies te tellen. Deze technieken kunnen de nauwkeurigheid van tellingen, vooral in lastig te bereiken gebieden, een stuk vergroten. Automatische beeldherkenning via AI maakt daarbij een snelle ontwikkeling door. Ook het modelmatig inschatten van voorkeurshabitat en habitatkwaliteit aan de hand van hoge resolutie satellietbeelden (remote sensing) werd toegelicht.

Op de tweede dag werden onder meer de mogelijkheden om waarnemers beter uit te rusten voor vogeltellingen besproken. Allerlei apps en online cursusmogelijkheden maken het gemakkelijker om waarnemers te trainen.

flywayworkshop
Foto: Robert Steenbergen - Coastal &Marine Union (EUCC)

Onderzoek versterkt monitoring

Enkele onderzoekers zetten uiteen hoe onderzoek met behulp van zenders (tracking) en geringde individuen tellingen de monitoring kunnen verbeteren. Met behulp van verschillende statistische modellen kunnen, mits er voldoende aflezingen van geringde vogels zijn, bijvoorbeeld populatieschattingen gemaakt worden die vergeleken kunnen worden met tellingen. Ook kunnen zendergegevens helpen om het daadwerkelijke gebiedsgebruik van vogels in tijd en ruimte te bepalen. Ook kunnen verplaatsingen van vogels met zenders en ringen laten zien in welke gebieden ze zich concentreren. Zo blijkt een vijfde van de gebieden die belangrijk zijn voor Grutto’s geen beschermde status te hebben. Uiteindelijk kunnen vogeltellingen, onderzoek met behulp van drones, remote sensing van habitat, geringde vogels en vogels met zenders een geïntegreerd beeld opleveren van hoe een watervogelpopulatie er voorstaat. Met de ene methode kan de andere bijvoorbeeld gevalideerd en aangevuld worden.

Prof. Tony Fox sloot de bijeenkomst af. Hij refereerde aan het verdrag van Ramsar dat in 1971 werd gesloten en dat de geest van gezamenlijke internationale verantwoordelijkheid voor de bescherming van watervogels ademde. Fox hield een warm pleidooi om vaker dit soort bijeenkomsten te organiseren, zodat experts met verschillende disciplines hun kennis van wadvogels voortdurend goed blijven uitwisselen. Deze kennisuitwisseling en het implementeren van de voorgestelde mogelijkheden om de bestaande monitoring te verbeteren of uit te breiden kan uiteindelijk een betere bescherming van watervogelsoorten en hun leefgebieden opleveren. 

Het komende halfjaar zullen de uitkomsten van de workshop worden vertaald naar een plan van aanpak waarin technische innovaties voor de flyway-monitoring worden voorgesteld.

‘Innovations for Migratory Bird Monitoring Along the East Atlantic Flyway’ is een tweejarig initiatief (2022-2024) dat wordt gefinancierd door het Technical Support Instrument (TSI) van de Europese Commissie (EC) in samenwerking met het Directoraat-Generaal Ondersteuning voor structurele hervormingen van de Commissie, op verzoek van het Nederlandse Ministerie van LNV en ingediend namens haar ministeriële tegenhangers in Duitsland en Denemarken. De workshop ontving ook financiering via het instrument voor technische bijstand en informatie-uitwisseling van de Europese Commissie (TAIEX).

Verantwoording logo's flyway
Visitekaart

Marc van Roomen

Senior adviseur vogelecologie
Marc van Roomen