Gelderse vogelaar in de kieker: Reinoud Vermoolen

Opgegroeid in de Noordoostpolder en op het spoor gezet van vogelskijken en tellen door zijn vader en een leraar Scheikunde. In zijn studententijd kwam daar twitchen bij maar de Sovon-tellingen bleven ook in de kijker. Reinoud is bijzonder verheugd met de digitalisering van de telprojecten, maar vraagt zich wel af waar de jeugd blijft.

ReinoudVermoolen

 

Wie ben je?

Ik ben 43 jaar en geboren te Emmeloord in de Noordoostpolder. Ik ben in 1998 naar Wageningen gekomen om Bos- en Natuurbeheer te studeren en ben na de studie nooit meer weggegaan. Momenteel ben ik werkzaam bij Antea Group als ecoloog. Naast adviseurswerk doe ik ook veldonderzoek naar verschillende soortgroepen. Voor Antea Group heb ik op verschillende plekken gewerkt, waaronder ook nog een seizoen als weidevogelinventariseerder bij Sovon in 2009.

Wanneer ben je begonnen met vogelen?

Ik had tijdens mijn vroege jeugd al veel interesse in vogels. Dit in navolging van mijn vader; deze had (vooral in zijn jeugd) ook interesse in vogels en daardoor hadden wij thuis in de boekenkast ‘de Bruun’ staan alsook een tweetal verrekijkers in bezit. Hier werd gretig gebruik van gemaakt. In 1989 kreeg ik mijn eigen vogelboek (omdat de Bruun gebruikssporen begon te vertonen…), daarna mijn eigen verrekijker (idem). Wat me nog goed bij staat uit de jaren tachtig waren de Rode wouwen tijdens de zomervakanties in Duitsland. Echt fanatiek ben ik in de jaren negentig geworden toen ik de hele polder ging rondfietsen op zoek naar vogels. Ook kwam ik via mijn moeder in aanraking met een vogelringer die in zijn tuin in het buitengebied van Ens vogels ving en ringde.

Met Sovon kwam ik in 1993 voor het eerst in aanraking. Ik zag toevallig Sovon telformulieren (BSP niet-broedvogels) liggen op het bureau van mijn leraar scheikunde (Peter Krijnen) die bij de Vogelwerkgroep Noordoostpolder zat. Een nieuwe (tel)wereld ging voor mij open en ik werd direct ingelijfd in de VWG, als enige jeugdige lid. Ik ging vanaf het begin meedraaien in verschillende Sovon-telprojecten waaronder de PTT-route Ketelmeer-Nagele die ik overnam van wijlen Jules Philippona. In die tijd zaten er bijvoorbeeld ‘s winters nog tientallen Bonte kraaien binnendijks tussen de Ketelbrug en Schokkerhaven. Mijn interesse in zeldzame soorten groeide mee met mijn soortenlijst; in mei 1995 resulteerde het eindeloos eenden checken op het IJsselmeer in het ontdekken van mijn eerste zeldzaamheid: een mannetje Ringsnaveleend. Ik werd toen ook lid van de Dutch Birding Association en het ‘soortenjagen’ zou met name in mijn studententijd vanaf 2000 een vlucht nemen. Dat altijd naast het telwerk voor Sovon dat natuurlijk gewoon doorging.

Vogelwerkgroep?

Ik ben lid van de VWG Wageningen Vogelwerkgroep - KNNV | Afdeling Wageningen e.o. een grote vogelwerkgroep die veel tellingen, (lezing-)avonden, excursies, cursussen e.d. verzorgd. Ik ben niet een (sociaal) actief lid; voor de tellingen die ik verricht binnen het werkgebied van de VWG heb ik me via de website van Sovon aangemeld.

Je favoriete gebied?

De Wageningse Bovenpolder. Dit is mijn local patch waar ik het gehele jaar in rondstruin.

Leukste of mooiste waarneming?

Nog net in het werkgebied van de VWG Wageningen is dat toch wel de ontdekking van een mannetje Kleine trap begin september 2011 op het Otterlosche Zand in NP De Hoge Veluwe. Ik was hier op zoek naar Duinpiepers en werd totaal verrast door de vogel die vlak voor mijn voeten opvloog (deze lag plat tegen de grond gedrukt in perfecte camouflage).

Reinoud Vermoolen
Reinoud op vogelreis

Welke (Sovon-)tellingen doe je?

In Wageningen tel ik een BMP alle soorten in een deel van de Wageningse Bovenpolder (samen met Raoul Beunen) en daarnaast MUS in mijn postcodegebied. In de Noordoostpolder heb ik nog steeds twee PTT-routes en twee watervogeltelgebieden (ganzen- en zwanen + midwinter). Van alle telprojecten bekoort MUS mij het minst (had eerst twee postcodegebieden maar dat werd me teveel). Heb toch meer hang naar het vertoeven buiten het urbane. Aan de andere kant wil ik wel inzicht hebben in de vogelstand in mijn directe stedelijke leefomgeving dus geheel afscheid nemen van MUS kan ik niet.

Wat kan beter bij Sovon?

Kan ik niet goed beantwoorden, aangezien mijn contact (te) beperkt is alsook mijn wensen.

Persoonlijk heb ik enkel een communicatiemoment gemist bij een door Sovon uitgevoerde wijziging in mijn telomgeving op de website (waar ik nog achteraan moet…) dus hooguit dat.

Wat gaat goed bij Sovon?

De digitalisering van alle telprojecten is voor mij een verademing geweest en ik ben Sovon daar dan ook zeer dankbaar voor. Bureau- en computerwerk in mijn vrije tijd probeer ik te allen tijde zoveel mogelijk te vermijden.

Wat je verder kwijt wilt?

Niet zoveel, uitgezonderd de hoop dat de (nieuwe) jeugd zich ook interesseert voor het telwerk naast alleen ‘vogels spotten’. VWG avonden waren (en zijn?) toch altijd wel hele grijze aangelegenheden. Nu ik zelf de eerste grijze haartjes begin te krijgen (nog niet heel zichtbaar, maar toch) begin ik me dat wel eens af te vragen. Maar misschien moet ik ook maar weer eens naar een VWG-avond om daar achter te komen (tenzij de jeugd enkel via de website zich aanmeldt voor telprojecten...).