De 'ongrijpbare' Kleine Plevier

Tegenwoordig vinden we het heel normaal. Grondverzet bij een afgraving of bij de uitbreiding van bedrijventerreinen of woonwijken, en ja: Kleine Plevieren. Ze reageren soms adembenemend snel op het beschikbaar komen van nieuwe biotopen.

Dat heeft twee interessante kanten. Want het is een betrekkelijk recent fenomeen en het getuigt van ongewoon exploratief vermogen.

Opkomst in nieuwe biotopen
Kleine Plevieren stonden een eeuw geleden vooral bekend als broedvogels van de Grote Rivieren. Hier bewoonden ze zandige oevers en grind- en zandbanken. Vanaf 1925 kondigde zich een omschakeling aan. Broedgevallen op plekken langs het nieuw aangelegde Maas-Waal kanaal bij Nijmegen waren een publicatie in het tijdschrift Ardea waard. Vestiging op afvalhopen ('steenbergen') van de Limburgse mijnen werden minutieus gedocumenteerd in het Natuurhistorisch Maandblad. Er ging een nieuwe wereld voor Kleine Plevieren open.

Langjarige toename
Het in bezit nemen van door mensen ontstane biotopen maakte een glorieuze opkomst van de Kleine Plevier mogelijk. Deze werd ook elders in West-Europa geconstateerd, bijvoorbeeld in Engeland. De explosie van menselijke bedrijvigheid van na de Tweede Wereldoorlog leidde voor Kleine Plevieren tot een geleidelijke maar aanhoudende toename die nog niet gestopt is. De meest recente schatting (2011) komt voor ons land uit op zo'n 1200-1400 broedparen.

Altijd rondzwervend?
Het meteen opduiken van Kleine Plevieren op nieuw ontstane broedgelegenheid doet vermoeden dat het echte zwervers zijn, altijd op zoek naar nieuwe broedmogelijkheden. Dat klopt ten dele en past ook bij een pioniervogel. Geringde jonge vogels worden zelden teruggezien in de omgeving van de geboorteplaats. Maar volwassen vogels blijken behoorlijk plaatstrouw te zijn, althans zolang de broedplek geschikt blijft. De meeste verplaatsingen blijven binnen de 15 km, zeg maar tot de eerstvolgende geschikte plek wanneer een broedplaats niet meer voldoet.

Uitzonderingen
Er zijn altijd vogels die zich niet aan de grootste gemene deler houden. Zo vestigde een broedvogel uit de omgeving van Arnhem zich plotseling 600 km verderop in Zwitserland, om daar jarenlang opnieuw te gaan broeden. Dit werd bekend uit een ringprogramma van Frank Majoor, kijk op zijn website voor meer informatie.