Boerenlandvogels in beweging

Ook in 2021 is het boerenland veelvuldig door tellers van het Meetnet Agrarische Soorten (MAS) bezocht. Met tellingen op duizenden punten leverden ze weer een zeer waardevolle bijdrage aan de aantalsreeksen van 44 soorten. Met dit meetnet volgen we niet alleen typische boerenlandvogels zoals de Kievit en de Gele Kwikstaart, maar ook soorten die zich thuis voelen op erven en begroeiing in het boerenland, zoals de Koolmees en de Vink. De telresultaten van 2021 vertellen hoe boerenlandvogels ervoor staan.

Door Bernice Goffin, meetnetcoördinator

De deelnamecijfers laten zien dat MAS in de laatste paar jaar een flinke groei heeft doorgemaakt. Waar eerst nog maar in een paar provincies werd geteld, zijn er inmiddels in alle provincies MAS-tellers te vinden. Met name de Friese aantallen zijn van groot belang voor het landelijke meetnet: met 430 telpunten bevond circa 15% van de in totaal 2850 getelde punten in Nederland zich in Fryslân. Dit betekent dus dat er in de andere provincies in totaal 2420 MAS-punten geteld zijn, het hoogste aantal ooit!  Deze punten worden voor een groot deel voor vrijwilligers geteld; professioneel getelde punten uit de provinciale meetnetten zijn niet bij deze getallen meegenomen, met uitzondering van een aantal punten van Weidevogelmeetnet Fryslân.

Top 10 waargenomen soorten

Figuur 1 laat de top 10 zien van de meest getelde soorten van 2021. De eerste plek zal niet geheel als een verrassing komen. Misschien is het wel de bekendste boerenlandvogel van Nederland: de Kievit. Dit is bij uitstek een soort die in de vaak open gebieden rondom MAS-telpunten te vinden is. De Wilde Eend, op plaats vijf, is ook een soort die zich vaak in deze gebieden laat zien en met name van sloten langs wegen en perceelranden profiteert. Daarnaast is de Scholekster, op de gedeelde tiende plaats, ook een soort van het open boerenland. Een aantal van de overige soorten in de top 10 zoals de Houtduif, Zwarte Kraai en Spreeuw hebben wel enige begroeiing (of in het geval van de Spreeuw eventueel bebouwing) nodig voor nestgelegenheid, maar foerageren vaak in open gebieden.

Figuur 1. De top 10 van de meest waargenomen (mogelijke) broedvogels tijdens MAS-tellingen in 2021. De top 10 bevat elf soorten omdat de tiende plaats gedeeld wordt door Merel en Scholekster.

Concentraties Huismussen op erven

De Huismus, die vaak als echte stadsbewoner wordt gezien, is met de derde plaats hoog beëindigd. Hoewel ze niet in de open weilanden en akkers te vinden zijn, kunnen Huismussen rondom erven opeens in hoge concentraties voorkomen. Eén geschikt erf kan goed zijn voor tientallen Huismussen. De overige soorten in de top 10 zijn vogels die van wat meer begroeiing houden, zoals erven, bomenrijen en struwelen. Zo heeft bijvoorbeeld de Vink, oorspronkelijk een bosbewoner, goed kunnen profiteren van de toenemende groenaanplant in agrarisch gebied en plaats vier in de top 10 veroverd. In de top 10 zien we echter ook een aantal soorten schitteren door afwezigheid. Hiertoe behoren enkele bekende vogels van open boerenland, zoals de Grutto en de Veldleeuwerik. Dit bevestigt dat grote delen van het gangbare agrarische gebied tegenwoordig niet meer geschikt zijn voor deze soorten.

Voor zowel Huismussen als Ringmussen zijn erven belangrijke broedplaatsen (foto: Harvey van Diek)

In de glazen bol kijken

Het is maar de vraag of de huidige top 10 de komende jaren stabiel zo blijft. Veel van de soorten in de top vertonen geen stabiele trend in het boerenland, maar nemen in aantal toe of af. Zo is de Scholekster, die nog steeds in aantal afneemt in agrarisch gebied, misschien wel de eerste kandidaat om uit de top 10 te verdwijnen. Soorten die hiervoor in de plaats komen kunnen bijvoorbeeld de Meerkoet of de Zwartkop zijn, die beide nu net buiten de top 10 vallen maar in veel delen van het boerenland nog wel in aantal toenemen. Het is ook de vraag hoe lang de Kievit nog op nummer één van de lijst prijkt. De soort neemt net als de Scholekster nog steeds in aantal af en zou binnenkort wel eens overschaduwd kunnen worden door de Houtduif. De aantallen van deze veelzijdige duif waren sinds de jaren ’80 afgenomen, maar lijken sinds ongeveer 2015 weer op te leven. 

Figuur 2. Getelde aantallen van Kievit, Houtduif, Scholekster en Meerkoet tijdens MAS-tellingen in de afgelopen drie jaar. Gemiddelde over 100 punten.

Het minst waargenomen

Niet alle 44 soorten waarvoor MAS bijdraagt aan de landelijke aantalstrends worden veel gezien. De vijf minst waargenomen soorten zijn, op volgorde van meest naar minst geteld: Rietzanger, Kwartel, Blauwborst, Grote Lijster en Zomertortel. Van de Zomertortel is in 2021 zelfs geen enkele waarneming gedaan van een vogel in mogelijk broedgebied. Hoewel deze soort nog in kleine aantallen in Nederland voorkomt, blijkt hij al zodanig zeldzaam dat hij buiten het bereik van alle telpunten viel. De Grote Lijster vertoont ook al lange tijd een gestage landelijke afname. Met Rietzanger en Blauwborst gaat het op landelijk niveau juist erg goed. Hoewel dit van oorsprong moerasvogels zijn, weten ze de rietkragen langs sloten in agrarisch gebied steeds beter te vinden. We verwachten dat ze komende jaren steeds vaker waargenomen gaan worden.

Inzoomen op Fryslân

Regionaal zien we wel grote verschillen in de soorten die tijdens MAS-tellingen aangetroffen worden. Neem de weidevogelprovincie Fryslân. Terwijl we in de landelijke top 10 relatief weinig vogels van zeer open boerenland zien, domineren deze soorten juist in de Friese top 10. Scholekster, Kievit, Grutto en Tureluur, vier van de bekendste weidevogels van Nederland, nemen allemaal een prominente plaats in. Hierbij valt op dat de Scholekster in net iets hogere aantallen is waargenomen dan de Kievit en daarmee de eerste plaats inneemt. De relatief grote hoeveelheden Wilde Eenden en Meerkoeten laat zien dat er ook veel sloten en plassen te zien zijn rondom de getelde MAS-punten. Vogels van erven, struwelen en bomenrijen zijn in Fryslân juist minder geteld. Zo ligt het per telpunt gemiddelde aantal Koolmezen, Vinken en Grasmussen circa drie keer lager dan het landelijke niveau.

Figuur 3. De top 10 van de meest waargenomen (mogelijke) broedvogels tijdens MAS-tellingen in Fryslân in 2021.

In afwachting van broedseizoen 2022

De resultaten van 2021 laten zien dat de vogelbevolking van het boerenland in beweging is. Er zijn verschillen per regio en jaarlijkse varieties. Sommige soorten beginnen steeds meer houvast te krijgen in het boerenland en worden vaker geteld. Daar staat echter tegenover dat veel van de typische boerenlandsoorten nog steeds in aantal afnemen. Het blijft van groot belang om deze ontwikkelingen in het boerenland in de gaten te houden zodat we kunnen volgen hoe het verschillende soorten vergaat en of maatregelen die ter bescherming van boerenlandvogels worden toegepast ook echt werken. We zijn dan ook erg dankbaar voor alle ingestuurde tellingen en hopen dat we in 2022 met jullie hulp weer veel gegevens kunnen verzamelen. Wie weet kun je zelfs helpen om in 2022 het record van het aantal getelde MAS-punten te verbreken! Doe je nog niet mee aan Meetnet Agrarische Soorten? Kijk dan gauw op de telpagina van MAS hoe je mee kunt doen.