Zwarte Ooievaar
Wetenschappelijke naam
Ciconia nigra
Engelse naam
Black Stork
Rode Lijst :-Ramsar 1% :310
Broedpopulatie
-
Geschat maximum winter
1-3 (2013-2015)
Geschat maximum doortrek
1-100 (2008-2012)
Ciconia nigra
Black Stork
Rode Lijst :--
1-3 (2013-2015)
1-100 (2008-2012)
Trekkers stammen waarschijnlijk vooral uit de westelijke delen van het verspreidingsgebied, van Denemarken via Noord-Duitsland tot in Tsjechië. De voorjaarstrek speelt zich vooral tussen half april en eind mei af. Grotere aantallen passeren tijdens de najaarstrek. Deze begint in juli, piekt in augustus en loopt in september en oktober af. Vaak gaat het om solitaire vogels of enkele bijeen, soms echter om een tiental of meer. Overtrekkende Zwarte Ooievaars zijn in principe overal waarneembaar, het meest echter in de kuststrook en op de hoge gronden. Pleisteraars kiezen veelal voor rustige hoogveengebieden en open agrarisch gebied.
Er is (nog) geen bewijs voor broeden in Nederland, ondanks zomerwaarnemingen van volwassen vogels in geschikt biotoop. De Zwarte Ooievaar neemt echter toe in Midden-Europa en broedt op relatief korte afstand van ons land. Vele tientallen paren nestelen tegenwoordig in de Belgische Ardennen, en de verspreiding in Duitsland reikt westelijk tot niet ver van onze oostgrens. Waarnemingen tussen mei en juli van stiekeme Zwarte Ooievaars in rustige oude bossen verdienen daarom speciale aandacht.