Alle vogels zuid, maar Waterpiepers naar noord

Nog een paar weken, dan is de grootste trekstroom van dit najaar weer voorbij. Bijna alles hield, zoals gebruikelijk, richtingen aan tussen west en zuid. Bijna...want er is een notoire uitzondering.

Waterpiepers uit de bergstreken van Midden- en misschien wel Oost-Europa zoeken in het winterhalfjaar het West-Europese laagland op. Bij ons begint de trek op zijn vroegst in de laatste dagen van september. De meeste vogels vliegen in richtingen tussen noordwest en noordoost. Eind oktober en begin november is de trek op zijn hoogtepunt (zie deze grafiek), een maand later is hij voorbij - tenzij er strenge vorst inzet en er nieuwe verplaatsingen optreden.

Onopvallende trekker

Waterpiepers vallen weinig op in het trekgeweld. Veel vogels vliegen solitair, of hooguit met enkele bijeen. Ze maken zich kenbaar door de schrille, enkelvoudige roep, maar die moet je wel kennen...Bij gunstig licht vallen wat kleedkenmerken op, zoals de witte buik, de relatief lange staart met helderwitte zijpennen en soms is de oogstreep te zien. Het gaat bijna altijd om lage aantallen. Ochtenden met 33 Waterpiepers (Vijfhoek bij Diemen, 30 oktober 2011) of 30 (Engbertsdijksvenen in Twente, 19 oktober 2008) zijn bijzonder.

Overal en nergens

Trekkers zijn overal te verwachten maar zijn nergens opvallend talrijk. Relatief veel trekwaarnemingen komen uit de zuidoostelijke helft van het land. Telposten langs rivieren of in favoriete pleisterhabitat (natte heide, hoogveen, moeras) lijken een streepje voor te hebben, getuige deze kaart ontleend aan trektellen.nl. Dat is ook een beeld dat zich voortzet in de winter. Dan zijn Waterpiepers echter mooi verdeeld over het land, met een licht accent op de lage delen; kijk maar op de voorlopige resultaten van de nieuwe Vogelatlas.

Nog meer noordtrekkers?

Bij ons zijn tijdens de najaarstrek naar noord vliegende vogels tamelijk bijzonder. Behalve de Waterpieper mag ook de Geelpootmeeuw genoemd worden. Zuid-Europese vogels ontvluchten de hete zomer door noordwaartse trek in juli-augustus, waarbij ze grote rivieren lijken te volgen. In het najaar gaat de meerderheid weer terug.